Malimail.
Bamako/Sieuras/Bergen, juni 2012
Beste
mensen,
Mali
is in een enorme crisis terechtgekomen. Onze projectleiders in Bamaka,
Bandiagara en de Dogonvallei maken zich ernstig zorgen over de toekomst na de bezetting
van het noorden door de rebellen, de staatsgreep en de politieke onrust die
daarop volgde. Hun zorgen betreffen niet alleen de binnenlandse oorlog en de
politiek, maar ook de voedselschaarste die het gevolg is van een slechte oogst
vorig jaar. Door de onrust zijn de prijzen ook nog eens verdubbeld.
Amadou
vertelt vanuit de Dogonvallei: “Op dit moment wordt de Dogonvallei met enorme
moeilijkheden geconfronteerd. In de eerste plaats is er het voedseltekort,
veroorzaakt door de slechte weersomstandigheden vorig jaar. Vervolgens zijn er
de economische problemen vanwege de onveilige situatie in het land. De
Dogonvallei is economisch gezien afhankelijk van het toerisme. En omdat de
toeristen nu niet komen, missen we deze inkomsten.”
Stijgende voedselprijzen
Mahamane,
projectleider van het wijkcentrum in Sikoroni in Bamakao, voegt toe: “Als
gevolg van de rebellie in het noorden van het land en de politieke coup in
Bamako, verergert het lijden van de bevolking in Bamako van dag tot dag. De
familiehoofden hebben hun werk verloren en de prijzen van het graan worden
steeds hoger. Nooit eerder was een kilo rijst 500 CFA of een kilo mais wel 300
CFA! Veel families hier in het zuiden in Bamako hebben daarbij vluchtelingen
uit het noorden van Mali opgenomen. Langzamerhand grijpt de sociaaleconomische
en voedselcrisis om zich heen in het hele land!”
In
met name de armere plattelandsgebieden, zoals in de Dogonvallei, is de
voedselschaarste zeer zorgwekkend geworden. Dat is altijd het gevolg van een
keten: slechte oogst leidt tot voedselschaarste, armoede, zodat mensen geen
nieuw zaaizaad kunnen kopen en hun dieren moeten verkopen. Dan mislukt de oogst
dus ook het volgende jaar.
Voedseltekort
Amadou
legt het zo uit: “Er is echt een voedseltekort. Het regenseizoen nadert maar
sommige families hebben zelfs geen gierst meer om te zaaien. Een erg precaire
situatie. Een ander probleem is dat de gierst enorm in prijs is gestegen. In
normale tijden kost een zak van honderd kilo 12.500 CFA (18 euro) maar nu is een
zak verdubbeld tot 25.000 CFA. In een gebied waar de bevolking overwegend boer
is (en dus arm) maakt deze verdubbeling het vrijwel onmogelijk om graan aan te
kopen.”
Hoe
gaan families daarmee om? Amadou: “In eerste instantie eten we gewoon minder
per maaltijd. En dan worden er maaltijden geschrapt. Er is dan nog één maaltijd
‘s ochtends van gierstepap (zonder suiker, maar dat is eigenlijk altijd al zo)
En ’s avonds, een dikke gierstepudding met een beetje saus. En de dieren worden
verkocht. De schapen en de geiten. Maar ook de zebou (een klein rund met een
bult op zijn nek).
Terwijl
de boeren de zebous nodig hebben tijdens het regenseizoen om de ploeg te
trekken op het land.”
Wendela
is zelf net terug uit Mali. De afgelopen maanden woonde ze in een klein huisje
in Bamako, op een heuvel achter het presidentieel paleis. Ze hoorde ’s nachts
de geweerschoten. Echt bang is ze niet geweest, maar wel zeer ongerust. Uit
angst voor bandieten en diefstal waren winkels en kantoren vaak gesloten. Op straat
waren veel legervoertuigen en soldaten met mitrailleurs, waardoor er een
bedrukkende sfeer in de stad hing. De
mensen worden zeer slecht geïnformeerd, wat leidt tot misverstanden en
boosheid.
Wat kan Malikanu doen?
Amadou
kent de lokale situatie erg goed. Hij is degene die voor ons het schoolproject
altijd coördineert. Op onze vraag hoe wij kunnen helpen, zegt hij: “De
boodschap die ik wil overbrengen aan de mensen in Nederland en Frankrijk is dat
op dit moment directe voedselhulp het beste antwoord zou zijn op onze behoeften.
Een paar ton gierst, voor de vijftig grote families in Endé-wo zou echt de
beste steun zijn in onze strijd tegen de honger.”
Malikanu
steunt eigenlijk alleen projecten die er toe leiden dat de mensen zelf in hun
levensonderhoud kunnen voorzien. Maar ons uitgangspunt is ook dat de
projectleiders ter plekke moeten aangeven waar de behoeften liggen. En zo
worden we dit jaar voor het eerst geconfronteerd met een directe vraag om voedselhulp.
We vinden dat Malikanu hier op in moet gaan. Wendela:: “Was niet mijn belangrijkste
motief om Malikanu op te richten om de ongelijkheid in de wereld terug te
dringen!”
Daarom
heeft het bestuur besloten om bij uitzondering directe voedselhulp in Endé-wo,
in de Dogonvallei, te regelen. De veiligheid van Amadou en zijn medewerkers, de
coördinatie en eerlijke distributie moet echter voorop staan. Endé-wo is het
dorp waar we al drie jaar de kinderen ondersteunen om naar school te gaan. De circa
vijftig families in het dorp kennen Malikanu dus al. Ook omliggende dorpen
worden overigens in deze tijd geholpen, door weer andere hulporganisaties.
We
gaan het volgende doen:
· We geven alle families in Ende-wo
een zak van 100 kilo
gierst, verdeeld naar aantal kinderen in de familie.
· We ondersteunen de boerenfamilies
door hen te helpen voldoende zaaizaad voor volgend jaar te kopen.
Hiermee
zal in eerste instantie een bedrag van circa tweeduizend euro gemoeid zijn.
Malikanu vraagt jullie om een extra bijdrage om dit mogelijk te maken. De tijd
dringt, dus we investeren alvast dit bedrag uit onze reserves.
Eind
juni brengen we verslag uit in een volgende Malimail. In september komen we
wederom met de schoolactie in Endé-wo. Juist nu is het belangrijk dat de
kinderen gewoon naar school blijven gaan.
Vriendelijke
groeten,
Bestuur
Malikanu